Blog 07: neurodiversiteit en relaties
Deel 2: Grenzen
12 juli 2024
Geschreven door Lieke Schoutens
Veel van ons zijn opzoek naar iemand om samen het leven mee door te brengen. Liefde en intimiteit zijn primaire levensbehoeften; het is spannend en ontspannen, maar vooral betekenisvol. Liefde en relaties zijn ingewikkeld. Het schipperen tussen de eigen wensen, belevingswereld, behoeftes, communicatiestijlen, ervaringen, en die van de ander is een uitdaging. Hoewel dit voor iedereen het geval is, kan het nog een grotere uitdaging zijn binnen neurodiverse relaties. Ik schrijf een aantal blogs over de in en outs van neurodiverse relaties, gebaseerd op ervaringsverhalen, wetenschappelijk onderzoek.
Een neurodiverse relatie is een relatie waarin een van de partners neurodivergent is (bijv. AD(H)D, ASS, dyslexie), of waarin meerdere/alle partners neurodivergent zijn. Wat maakt neurodiverse relaties nou anders dan neurotypische relaties? In deze blog ga ik het hebben over het aanvoelen van stresssignalen, het herkennen en aangeven van grenzen in neurodiverse relaties.
Disclaimer: In verschillende wetenschappelijke onderzoeken wordt aangetoond dat neurodivergente mensen, met name autistische vrouwen en vrouwen met ADHD, een groter risico lopen om slachtoffer te worden van seksueel overschrijdend gedrag en seksueel misbruik, zowel binnen als buiten de relationele sfeer. Het bewustmaken van grenzen en het versterken van weerbaarheid van neurodivergente mensen kan helpen om het risico te verkleinen.
Seksualiteit, intimiteit en grenzen
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor grenzen en seks. De MeToo-beweging heeft de discussie aangewakkerd over machtsverhoudingen en grensoverschrijdend gedrag. Maatschappelijk is vervolgens een bredere discussie ontstaan over hoe we kunnen voorkomen dat grenzen overschreden worden. Hoe voel je andermans grenzen aan? Zijn dit soort grenzen altijd wel even duidelijk? Wat is ervoor nodig om deze duidelijk te krijgen? En aan de andere kant: hoe geef je je eigen grenzen aan? Ik denk dat dit ook vanuit het perspectief van neurodiversiteit een interessante discussie is. In de onderstaande alinea’s vertel ik waarom.
Aanvoelen van lichamelijk signalen
Een deel van de autistische mensen heeft moeite met het lichamelijk aanvoelen van haar grenzen. Als iemand te dichtbij komt, een te intieme vraag stelt, blijft pushen om toch nog te blijven voor dat laatste drankje in zijn appartement, ervaren de meeste mensen een duidelijk gevoel van ongemak. Dat is vaak in het lichaam waar te nemen: spanning in de buik, het hart dat sneller gaat kloppen of de ademhaling die hoger komt te zitten. Echter, veel autistische mensen pikken dit soort lichamelijk signalen minder goed of langzamer op. Dergelijke signalen registreren is essentieel om de eigen grenzen te bepalen.
Herkennen van eigen grenzen
Het is belangrijk om te leren de eigen stresssignalen te herkennen om een grens te kunnen stellen en deze vervolgens te kunnen communiceren aan de ander. De meeste mensen met autisme zijn standaard een bepaald gevoel van spanning gewend in het dagelijks leven. Omdat de maatschappij niet aansluit op hun behoeften, zou je kunnen zeggen dat er constant over hun grenzen wordt gegaan. Ik denk dat door deze gewenning het voor autistische mensen lastiger is om de stresssignalen bij grensoverschrijding te markeren als iets om serieus te nemen.
Als een neurodivergent persoon zich moet forceren om zich te houden aan de maatschappelijke norm, kan dit de eigen grenzen overschrijden. Voor veel neurotypische mensen verloopt seks volgens een soort “protocol”. Het omvat ongeschreven regels of verwachtingen omtrent aanraking, geluiden en woorden, en van hoe seks er ongeveer visueel uit moet zien. Omdat bij neurodivergentie vaak een andere zintuigelijke informatieverwerking hoort, kan het volgen van het neurotypische protocol onprettig en vervreemdend zijn. Veel neurodivergente mensen beleven aanraking bijvoorbeeld anders dan neurotypische mensen, en zullen daar dus andere grenzen in ervaren.
Aangeven van eigen grenzen
Wanneer neurodivergente mensen wél aanvoelen dat ze bijvoorbeeld iets niet prettig vinden, lukt het hen dan om dat aan te geven? Dat aangeven vormt voor velen een grote horde.
Het verlangen naar acceptatie door anderen is bij neurodivergente mensen groot. Vooral neurodivergente vrouwen hebben als geen ander geleerd om zich aan te passen aan de verwachtingen van anderen om geaccepteerd te worden. Die acceptatie is voor neurodivergente mensen niet zo vanzelfsprekend als voor vele anderen. Dit kan betekenen dat ze in seksueel contact kwetsbaarder zijn voor grensoverschrijdingen.
In een onderzoek van Bargiela, Steward en Mandy (2016)[1] vertelde een deelnemer het volgende:
“Ik voel me bijna onder druk gezet door de maatschappij om het [seksueel contact] te doen, omdat je te horen krijgt dat dit is wat er van je verwacht wordt om een goede vriendin te zijn en je denkt: als ik het niet doe, dan vervul ik mijn plichten niet.”
Het citaat weerspiegelt de gevoelde druk om te voldoen aan de norm, om “normaal” gevonden te worden, met het risico op grensoverschrijding. Ook al voel je aan waar je grenzen liggen, dan nog is het moeilijk om je uit te durven spreken. Straks word je afgewezen, raar gevonden, of wordt de grens alsnog niet gerespecteerd.
Communiceer en respecteer
Als het moeilijk is om zelf signalen goed aan te voelen en te herkennen bij jezelf en/of anderen, kun je een aantal regels met jezelf afspreken om grensoverschrijding te voorkomen. Voor neurodivergente mensen zijn deze niet anders dan voor neurotypische mensen. Deze regels kunnen van groter belang zijn voor neurodivergente mensen, vanwege de hogere kans op het ervaren van grensoverschrijding, de grotere moeite met het aanvoelen van stresssignalen, en het herkennen en communiceren van grenzen. Waar het op neerkomt: communiceer en respecteer.
· Vraag naar wat iemand wel en niet fijn vindt; zeker als het gaat om intimiteit. Dit kan ook vóórdat jullie seksueel intiem worden.
· Vraag altijd om instemming voordat je seksueel intiem wilt worden met iemand.
· Respecteer een “nee” (en geen duidelijke “ja” betekent “nee”), ook als het eerst een “ja” was. Oefen geen druk uit om het antwoord te veranderen.
· Je mag een “ja” op elk moment veranderen in een “nee”, ook als jullie al begonnen zijn met intimiteit.
· Jij gaat zelf over wat jouw grenzen zijn. Het maakt niet uit wat iemand van jouw grenzen vindt. Als iemand jou respecteert, zal diegene jouw grenzen willen respecteren.
· Als je niet weet wat je fijn vindt, neem dan kleine stapjes om dat te ontdekken. Neem de tijd om aan te voelen of je iets prettig vindt/iets jou prettig lijkt of niet. Laat je niet opjagen.
· Er is geen goede of slechte manier van seksuele intimiteit (zolang alles binnen de wettelijke kaders blijft en er dus instemming is). Jouw voorkeuren zijn valide.
· Is iemand bewust over jouw grenzen heen gegaan? Praat erover met iemand die je vertrouwt zoals een vriend, familie of de huisarts. Je kunt ook contact opnemen met Centrum Seksueel Geweld.
[1] Bargiela, S., Steward, R. & Mandy, W. The Experiences of Late-diagnosed Women with Autism Spectrum Conditions: An Investigation of the Female Autism Phenotype. J Autism Dev Disord 46, 3281–3294 (2016). https://doi.org/10.1007/s10803-016-2872-8